Vande Groene Verwen, haer Bereydingh, Temperantie ende ghebryck, volgens hun ver∫cheyde ∫oorten. Spaens Groen (1) Het Spaans Groen is een kleur die veel in de aquarelkunst gebruikt wordt. Men moet het wel heel lang en stevig wrijven met Wijn-∫teen en Wijnazijn en dan door een doek zeven. Het dunne en klare sap gebruikt men alzo. Men gebruikt het voor zijden kledij, velden, bomen en groene loofbladeren. Men kan het schaduwen met Sap Groen. Men hoogt het met wat Masticot of wit. Het dekt een witte achtergrond zeer mooi en sterk. Spaens Groen met Sapgroen gemengd geeft een mooi groen. Hoe meer je sapgroen toevoegt, hoe donkerder het groen zal worden. Ook de mix van Spaens Groen met masticot geeft een plezante verf. (En voor wie soms gaat vissen…) Spaens groen gemengd met de gal van een snoek geeft ook mooi groen. Spaens groen is licht giftig (fijn fenijnigheydt) en wordt gebruikt om te laxeren. (Gelieve dit niet zelf te proberen, gedroogde pruimen werken ook en zijn veiliger in gebruik) Sap Groen (2) Het Sap Groen, alhoewel het een bijzonder goede en noodzakelijke verf is in de aquarelkunst, wordt omwille van haar vettigheid nergens alleen gebruikt. Men gebruikt ze om andere groenen te schaduwen, dieper of sterker in kleur te maken. Het hoeft niet aangelengd te worden met gom water, vermits het uit zichzelf al vet is. Gebruik gewoon water om het aan te lengen. Ver∫cheyde Groenen Bergh-groen (3) wordt getemperd met gom of lijmwater. Men voegt er een beetje honing aan toe om de verf minder schraal te maken. Men gebruikt deze verf voor zijden gordijnen en kledij. Voor het gemak doet men er een beetje wit bij. De kleur schaduwt men met sapgroen en hoogt men met wit. Engels Groen wordt geschaduwd met sapgroen en gehoogd met masticot. Sever groen is gelijkaardig met bovengenoemde groenen. De Groene Aerde of Terreverd, is een onaangename kleur die niet in de aquarelkunst wordt gebruikt. Vande Roode Verwen haer bereydinge, temperantie ende gebruyck. Vermiljoen (4) Onder de rode verven is er geen zo mooi als het Cinnabar of vermiljoen. Het pigment moet fijngewreven en droog zijn. Men tempert het met gomwater en men gebruikt het voor rode kledingstukken. Leg het niet te dik, want het is een sterk pigment. Schaduwen doet men met zuivere Ventiaanse Lak, de donkerste schaduwen met Venetiaanse Lak en een beetje zwart. Men hoogt het met een mengeling van Vermiljoen en wit of menie. Het vermiljoen wordt ook gebruikt voor het schilderen van naakte lichamen, doch zeer spaarzaam. Menie (5) Menie is een mooie, maar schrale en zandachtige verf. Om ze te verbeteren, buil je de verf uit in een Camerix doek (6). Anderzijds gebruikt men ook wel gedistilleerde menie of gewassen menie, die zeer zuiver is en een sterke kleur geeft. Men tempert de verf met vet gomwater. De verf wordt gebruikt om kledij en lakens te schilderen. Schaduwen doet men met lak, zoals met vermiljoen. Men hoogt de verf met wit of met masticot. De menie en loodwit geeft een prachtige gebroken kleur. Menie met saffraan geeft een mooi oranje die men met vermiljoen schaduwt en bleker maakt met masticot. Root Krijt Rood krijt of rode aarde moet men fijnwrijven en met zeer dun gomwater temperen. Het is een zeer goede verf die zich leent tot dunne wassen. Men legt er paarden, ruïnes en rotsen mee aan. Men schaduwt het met rood krijt en lak. Men maakt de verf lichter met bruinrood en wit. Omdat de verf in een zeer dunne waslaag wordt gebruikt, moet men de verf niet lichter maken. Rooden Oocker Het Bruyn Rood of Rooden Oocker gelijkt sterk op rood krijt, maar is kloeker en meer dekkend. Men moet de oker wel fijnwrijven en temperen met gomwater. Het wordt gebruikt om alle muren, ruïnes en behuizingen aan te leggen. Men maakt de verf donkerder of dieper met Bre∫ilie verf en bruinrood. Men licht de kleur op met wit en bruinrood te mengen. Lack Lack is er in verschillende soorten, maar de Florentijnse en Venetiaanse lak zijn de beste. De lak moet zeer zuiver en lang fijngewreven worden en getemperd met Gomwater. Gebruikt in een dunne laag, is ze geschikt voor kledij, gordijnen en fluwelen stoffen. Voor de schaduwen gebruikt men minder verdunde lak, voor de diepste schaduwen gebruikt men lak met het zwart van verbrande wijnranken. De verf lichter maken doet men door lak en Venetiaans schelpwit te mengen. Getemperd met wit is de lak geschikt om verschillende bloemen aan te zetten.
Hoe ouder de verf, hoe schoner hij wordt. Men kan deze verf gebruiken om kledij aan te leggen. Men schaduwt het met lak. Met de Brazielverf kan men mooie kleuren aanmaken: Een mooi purper krijg je door de brazielverf te mengen met loodwit en asse water. Je mag niet te veel asse water gebruiken. Om echt mooi purper te krijgen doe je er nog een beetje smalt (12) bij. Vande Bruyne Verwen, haer Bereydingh, Temperantie en gebruyck Bruyn Oocker (13) Onder de bruine verven is de bruine oker niet van de minste. Ze kan niet bedorven worden door te lang fijn te wrijven. Ze is een vette verf en wordt met gomwater getemperd. Wanneer men de verf met een druppeltje saffraan mengt, dan krijgt men een bruin dat geschikt is voor stengels en takken van bomen aan te leggen. Men mag dit met roet uit de schoorsteen schaduwen. De diepste schaduwen doe je met roet en zwart. Ooker met wit gemengd kan je gebruiken voor het aanleggen van zandgronden en klippen die op de voorgrond liggen. Roet uyt de Schoor∫teen Het roet (of bitter) dat uit de schoorsteen komt, is een nuttige aquarelverf. Het roet geeft de vetste en bruinste verf. Meng er wat water aan toe en zeef het zachtjes door een doek. Men legt er alle baarden, aarde wallen, boomschorsen, schuren, beteerde huizen en schepen mee aan. Men kan het schaduwen met roet en zwart of met bruin roet. Het kan moeilijk lichter gemaakt worden. Vande Swarte Verwen, haer Bereydingh, Temperantie ende gebruyck Lamp-Swart(15) Het lampzwart wordt voor veel dingen gebruikt, maar eigenlijk is het beenzwart beter. Men tempert het met gomwater. Men kan het ook warm gebruiken met lijmwater. Men kan er alle hoeden, bonetten en zwarte kledij mee aanleggen. Men schaduwt het met hetzelfde zwart en men hoogt het met wit en zwart. Been-Swart(16) Het beenzwart wordt op dezelfde manier gebruikt als het lampzwart, maar moet hard fijngewreven worden met redelijk vet gomwater. Wijngaert-Swart Wijnrancken-Swart prepareert men met het zwart van het hout van de wijnrank. Men laat de wijnranken verbranden tot houtskool, uitdoven en de as heel fijnwrijven. Temperen met gomwater. Men legt er alle zijde en satijnen kledij mee aan. Schaduwen doen met een fijn laagje lampzwart, men verhoogt door een beetje wit aan het wijnrancken-Swart toe te voegen. Oo∫t-Indi∫chen Inct(17) Ook de Oost-Indische inkt kan men als aquarelverf gebruiken. Zij laat zich goed gebruiken en is geschikt om fijne doorzichtige lagen op een witte achtergrond te leggen zoals bij doorschijnende sluiers. Schaduwen doet men met Oost-Indische inkt die wat sterker is. Hiermee hebben we, denk ik, alle kleuren behandeld. Nog even een klein oefening uit de 17de eeuw… Gele wortelen Gele wortelen leg je aan met geel oker en saffraan. Wil men ze dieper van kleur maken, dan voeg je wat menie toe. Schaduwen doe je met geel oker, bruin oker en roet. Lichter maken doe je met masticot. Rapen De raap wordt met wit aangelegd. Met roet en zwart breng je een lichte schaduw aan. Lichter maken doe je met zeer sterk wit. Het loof leg je aan met Spaans groen en verdiepen met sapgroen. De blos op de raap doe je met lak, soms met lakmoes en Brazielhout wanneer ze naar de blauwachtig purperen kant neigen. Maar de beste tip is toch deze: “Voorts de andere kleyne Aert-Vruchten moetmen na het leven ∫ien te doen, want den Liefhebbenden Kon∫tenaer die hem hier in wil oefenen, behoort altijt genegen te we∫en om het leven doorgaens met aendacht te be∫schouwen” En zo zie je maar…. Zelf aandachtig naar de natuur kijken is het beste wat een kunstenaar kan doen. Volgende keer het laatste deel “Verlichteriekunde in de 17de eeuw”
0 Comments
Onlangs bezocht ik het prachtige Kunsthistorisch Museum in Wenen. Wonderlijk hoe je de geschiedenis ziet voorbij rollen wanneer je door de verschillende zalen wandelt. Het viel mij op hoe helder en intens de kleuren op schilderijen uit de Middeleeuwen waren. Het maakte me nieuwsgierig naar welke materialen de kunstenaars uit deze periode gebruikten. Dan maar op zoek naar een boek uit die periode om mijn nieuwsgierigheid te bevredigen. Op aanraden van dhr. Dirk Imhof, ging ik op op zoek naar het volgende boek: “Verlichterie-kunde, of: Recht gebruyck der water-verwen”, oorspronkelijk uitgegeven door Geerard ter Brugge en door Goeree Willem, Middelburgh, heruitgegeven in 1670 (tweede druk). Het boek is iets meer dan 100 jaar na de Middeleeuwen geschreven, maar wellicht zijn de materialen in het verloop van die tijd niet zoveel veranderd. Met veel interesse ben ik beginnen lezen en dit is wat ik wijzer ben geworden. “Van de Verwen en Gereet∫chappen diemen inde Verlichterie (1)gebruyckt” “en eer∫t vanden Vrijf∫steen” Vroeger kocht je de verf niet kant en klaar gemaakt aan, maar moest je zelf je verf aanmaken. Dikwijls waren dit mineralen, schelpen en andere materialen die men eerst fijn moest malen of “wrijven”. Hiervoor heb je een “Vrijf∫teen” nodig die glad en hard is en niet afbrokkelt of deeltjes verliest wanneer je de mineralen gaat fijnmalen of wrijven. Wanneer de steen te zacht is, komen er deeltjes in de verf waardoor de kleur zijn helderheid verliest en dof wordt. Porfier en Serpentijn stenen zijn uitstekend. Platte afgezaagde keien kunnen ook, maar marmersteen is te zacht. Er is wel een methode om ook de marmersteen hard te maken. Je laat de steen 10 à 12 maanden in olie liggen en daarna laat je hem een zomerlang in de zon drogen. Als alternatief voor de steen kan je een stuk plat glas op een houten blok bevestigen met klemmen. De klemmen zijn om te voorkomen dat het stuk glas van het houten blok schuift en valt. “Vande Pinceelen” Er wordt in dit boek niet zoveel gezegd over penselen, wel dat je best een groot aantal penselen aanschaft. Wie schoon en zuiver wil werken, gebruikt best voor elke kleur een ander penseel zodat de verven niet onderling gaan mengen met een doffe kleur als gevolg. “Stucken Glas om de Verwen op te temperen” Men moet zich voorzien van enkele stukken glas om de verf op te spreiden. Het glas moet glad en proper zijn. Houten paletten zijn niet geschikt. Opdat men elke verf goed zou kunnen onderscheiden (lees: opdat je elke aangemaakte kleurnuance goed zou zien), beplak je de achterkant van elk stuk glas best met zuiver wit papier. Heb je veel verf nodig, dan gebruik je bakjes (maar hij zegt niet uit welk materiaal de bakjes gemaakt zijn) of schelpen. Je moet ook zorgen voor een lade die je kan afdekken om de verf op te bergen wanneer je niet schildert. Zo voorkom je dat stof en vuiligheid zich afzetten op de verf. Veel verven die men vroeger gebruikte zijn nu verboden. Het is dan ook niet aangeraden om de receptuur te volgen. Lood is bijvoorbeeld uit den boze indien je gezond van geest wil blijven en indien je tanduitval wil vermijden. Arsenicum is ook een no go en urine is een beetje vies om te gebruiken, niet? Maar dat wil niet zeggen dat we toch niet even kunnen piepen naar de wondere wereld van de schilder zoveel eeuwen geleden…. “Van’t Loot en Schelp-wit, ∫ijn Temperatie en Gebruyck, oock van het Schelp-∫ilver” (2) Loodwit en Venetiaans Schelpenwit moet je hard en met zuiver regenwater op de steen wrijven. Je mag enkel regenwater gebruiken. Daarna voeg je gomwater toe dat niet te vet is om te temperen. (3) Men gebruikt het voor het aanleggen van zijden kledij, lijnwaden enz. Men schaduwt het zachtjes met indigoblauw, soms met wat purper eraan toegevoegd. Voor de donkerste schaduwen gebruik je zwart onder het indigoblauw. Verhogen doet men met sterk wit of schelpzilver. Je kan ook de witte achtergrond van het papier gebruiken. Schaduwen doe je heel zachtjes met Oost Indische Inkt of met Indigoblauw en zwart. “Vanden Blaeuwe Verwen, haar ∫oort, Temperantie ende Gebruyck” Indigo Indigo is één van de voornaamste verven. De beste (mineralen) zijn licht, blinkend en sponsachtig. Er komt echter veel bedrog voor, in die zin dat men andere dingen onder de indigo vermengt die niets met de schilderkunst te maken hebben. Je moet de indigo heel lang vermalen met zuiver regenwater. Hoe langer je fijn maalt, hoe mooier de kleur wordt. Met gomwater temperen. De kleur indigo wordt nergens puur gebruikt omdat de kleur van zichzelf donker en onaangenaam is. Met wit getemperd krijg je mooie blauwe nuances. Voor het schaduwen gebruik je Indigo met daaronder ∫malt. Verhogen kan met schelpwit. Indigo wordt gebruikt voor blauwe metselwerken en gebouwen, zuilen en trappen; aanleggen van gevels en balkons, water en ijzerwerk, lakens en enige kledingstukken. ∫malt Om ∫malt (smout) te maken moet je een glazen basis mengen van kwartszand en potas. Voor de blauwe kleur voeg je 5à7% saffloer (4) toe. Deze poeders worden goed gemengd en vervolgens 30 à 45 minuten gesmolten bij een temperatuur van 1150° C. Het glazen baksel wordt afgekoeld in koud water, valt uiteen in korrels en vermalen tot pigmentpoeder. (5) Smalt is nogal moeilijk in gebruik omdat het dik en klodderachtig is. Sommigen gebruiken de verf op zich om devotieprenten af te boorden. Je kan ze met wit temperen, schaduwen met indigo. Lackmoes Lakmoes is van nature bruin. Men moet lakmoes temperen met goede en klare zeepzieders loog. (6) Wanneer hij door het lange staan zijn kleur verloren heeft, dan voegt men er een beetje kalk aan toe. Lakmoes dient om andere blauwen bruiner te maken, om schaduwen en dieper gelegen delen te schilderen. Oltermarijn Ultramarijn geeft een fijne kleur op witte ondergrond. Met moet het ultramarijn zuiver gebruiken en niet nat maken wanneer men het wil gebruiken. Het verspreidt zich zo wel. Over andere kleuren gebruik je het best niet. “Vande Geele Verwen haer bereydingh, temerantie ende Gebruyck.” Licht ∫chijt Geel “Stil de grain jaune” of ∫chijt Geel is een kleurstof die men uit onrijpe bessen van verschillende kruisbessoorten trekt met behulp van soda en water. De kleur varieert van geel naar bruin, al naargelang de kleur van de stekelbessen. “Stil de grain jaune” wordt in de vorm van een verlakt pigment gebruikt waarbij de kleurstof via chemische procedure wordt neergeslagen op een kleurloos anorganisch pigment. Het verkregen pigment wordt getemperd met gomwater en dient om koperwerken en blanke metalen aan te leggen. Schaduwen wordt gedaan met sapgroen en indigo. Verhogen gebeurt met schelpgoud, masticot of ander wit. Het pigment is echter niet kleurvast. Vandaar de naam “schietgeel” wat in het oud Nederlands geschreven werd als “∫chijtgeel”. Het kan ook zijn dat de naam komt van het effect wanneer men te veel stekelbessen eet… Het “Bruyne ∫chijt Geel” wordt voornamelijk in olieverven gebruikt. En daar gaat het boek ook niet dieper op in. Masticot Dit is een wit monoxide van Lood (PbO) dat geel wordt wanneer het langzaam wordt verhit. (7) De éne is al wat kwalitatiever dan de andere, maar het is een zeer goede verf die het best getemperd wordt met andere groene verven. Soms wordt ze op haar ééntje gebruikt, bijvoorbeeld om een zomerse helderheid te bekomen. Men gebruikt het ook voor de lichtste delen van bomen, voor velden in zonnige valleien en op lichte bergflanken. Oprement Ofwel Orpiment is een pigment dat uit zwavel en arsenicum bestaat. (8) Het is een mooie verf, maar zeer giftig. Daarom moet men ervoor zorgen dat de verf niet in de mond komt. Men vermaalt het pigment met oude urine (Pi∫∫e) en laat het drogen. Temperen met Gomwater. Het wordt gebruikt voor alle vrouwenkledij, zijde en satijn. Schaduwen doe je met bruine oker en saffraan. De diepste schaduwen met roet uit de schoorsteen. Men hoeft echter deze verf niet te gebruiken. Saffraen Dit pigment wordt veel gebruikt. Men weekt de saffraan eerst in water met een weinig aluin om de kleur beter te onttrekken uit de meeldraden. Men gebruikt het voor het aanleggen van zijdeachtige kledij. Schaduwen met bruine oker of schone menie. Hogen kan men enkel met goud indien de kledij daarvoor geschikt is zoals bij koninklijke gewaden met gouden borduursels. Wanneer men gom en water toevoegt, kan men het pigment gebruiken voor gouden waren, alsook voor de stralen rond het hoofd van een heilige. Schaduwen kan men met menie gemengd met gomwater, met bruine oker of roet. Verhogen met schelpgoud. Bezie-Geel Bezie is het oud Nederlands woord voor bes, maar werd in de zeventiende eeuw ook voor druif gebruikt. (9) Het bezie geel benadert de kleur van saffraan. De verf die men van de “Bezie” krijgt is transparant en kan enkel op wit papier gebruikt worden. Men gebruikt ze vooral om landsgrenzen te tekenen op landkaarten. Bereiding: Plet de Bezie in stukken, maar niet te fijn. Week ze met aluin en water en laat het twee dagen trekken om een mooi geel te bekomen. Het Bezie geel wordt gebruikt voor het aanleggen van kledij en voor stralen in de lucht, schaduwen met saffraan en bruyne ∫chijt Geel. De diepste toetsen met Lack. Geel Oocker Gele oker moet zuiver fijngemalen worden. Temperen met gomwater. Het is een zeer vette verf die in de aquarellen nauwelijks gebruikt wordt, tenzij voor het schilderen van zandgronden, zielen van schepen of nieuwe houtwerken. Schaduwen met bruine oker. Gutte Gomme Gummigut is een organisch pigment, gemaakt van hars dat gewonnen wordt uit bomen van het geslacht Garcinia. De bomen komen voor op het Indische subcontinent en Zuidoost Azië. (10) Het geeft een mooi geel, gelijkend op saffraangeel. De harsen lossen gemakkelijk op in 5à6 druppels water. Het overschilderen met andere kleuren is moeilijk. Het wordt gebruikt voor kledij en gouden voorwerpen. Schulp- Gout Salammoniac (of Salmiak) is een zeldzaam natuurlijk mineraal dat bestaat uit ammoniumchloride. Het vormt kleurloze witte of geelbruine kristallen.(11) Neem echt Salmiak en zeer vet en zuiver Gomwater. Meng het tot een witte pap. Neem geslagen bladgoud en voeg het blaadje per blaadje toe. Meng het blad met het papje tot het fijn is voordat je een ander blaadje bladgoud toevoegt. Vermaal het gedurende een uur. Doe het in een glas met lauw regenwater. Roer met een veertje en laat bezinken. Wanneer het bezonken is, giet je het water voorzichtig af. Vul het glas weer met lauw water en herhaal het proces totdat alle vettigheid en onzuiverheden van de Salmiak er uit zijn. Het schone goud doe je met een penseel in een schelp om te laten drogen. Je moet wel verschillende schelpen gebruiken en in elkeen een kleine hoeveelheid goud doen zodat men tijdens het gebruik niet veel goud hoeft nat te maken. Nat maken doe je met mager gomwater. Het schulp∫ilver wordt op dezelfde manier gemaakt. Gebruik: Velen verprutsen hun werk door het gebruik van goud. Gebruik het spaarzaam (of helemaal niet) en enkel voor gouden voorwerpen, borduursels, boorden en franjes. Het tweede deel van het boek (Het veerthiende, vijfthiende en ∫e∫thiende Capittel) zijn gewijd aan oefeningen om botanische onderwerpen te schilderen. Zullen we de opgedane kennis als eens toepassen? De Witte Roo∫en ∫almen aenleggen met Veneets wit, en ∫chaduwent met Wit en ∫wart, en voorts met ∫choon wit gehooght: men kan de∫elve met Oo∫t-Indi∫che Inct dunnekens ∫chaduwen, latende de verlichte Partyen door den grondt des Papiers. De Koren-Bloem leytmen aen met Blaeu en Wit, en ∫chaduwt∫e met Indy-blaeuw, en verhooght∫e met A∫cus en Wit De Geele Wortelen ∫almen aenleggen met Geel Oocker en Saffraen, of ∫oomen die noch hooger van Coleur begeert, kanmen wat Meny daer onder doen: en met Geel Oocker, en Bruyn Oocker, en wat Roet ∫chaduwen, en met Ma∫ticot hoogen. Item, de witte Peen: of Wortelen leytmen aen met Ma∫ticot en Wit, de Kartelingh die in ∫ommige zijn, doetmen met Roet en Bruyn Oocker: hun Loof kan uyt de andere Velt-kruyden ver∫taen worden.
In onze volgende nieuwsbrief gaan we verder met ons onderzoek naar het kleurgebruik in de Middeleeuwen en Vroeg Renaissance. 1. Verlichterie is het Oud Nederlands voor het illustreren met aquarel 2. De “S” midden in een woord werd vroeger geschreven als een “∫”. 3. Tempera wordt gemaakt door het met de hand of met een stamper in een vijzel samenwrijven van droge, poedervormige pigmenten, vermengd met eidooier en water. In West-Europa is dit temperarecept voor het eerst rond 1390 opgeschreven door Cennino Cennini in zijn boek Il Libro del l'Arte. Eigeel is van zichzelf een emulsie van olieachtige stoffen en water, waarin eiwitten zijn opgelost. Daarbij bevat het de emulgator lecithine.[2] Waar verwijst deze 2 naar? Als de tempera droogt, verdampt eerst het water, waarna de eiwitten denatureren en niet meer in water oplosbaar zijn. De olie verandert chemisch niet bij het droogproces, maar houdt de verflaag soepel. Schilderijen gemaakt met tempera hebben de eeuwen doorstaan. Een emulsie op basis van eiwit is waarschijnlijk ook gebruikt. Andere materialen worden vermengd met de ei-emulsie, zoals honing, gestremde melk (caseïne) en verschillende plantaardige gomsoorten. Om bederf van de tempera tegen te gaan wordt er soms azijn aan de emulsie toegevoegd. Ook werd er wel olie doorheen gemengd, en men vermoedt dat zo langzamerhand de olieverf is uitgevonden. 4. Saffloer krijg je door kobaltertsen te verhitten. 5. Bron: Wikipedia 6. Waterige oplossing van Natriumhydroxide. Is zeer basisch en corrosief 7. Bron: Wikipedia 8. Bron: Wikipedia 9. Bron: Etymologiebank 10. Bron: Wikipedia 11. Bron: Wikipedia |
Archieven
Februari 2024
Categoriën
Alles
|