de meestertekenaar die ook nog oorlogsheld was.Wat doe je wanneer je in Antwerpen bent voor een symposium en de voordrachten wat saai lijken te zijn? Je besluit om je tijd beter te besteden en je bezoekt De Slegte. Als fervent verzamelaar van oude flora’s vind je in antiquariaten soms nog wel eens een schat. Deze keer had ik prijs! “Flore des spermatophytes du parc national Albert . - I.-Gymnospermes et choripétales” door Walter Robyns, 1948. Benieuwd begin je te bladeren en dan ontdek je prachtige illustraties van een tekenaar waarvan je nog nooit de naam gehoord had, nl. A. Cleuter. Nieuwsgierig naar zijn verhaal, begin ik een zoektocht op Google. Nee, niet aan de chatgpt gevraagd om vlug een tekstje over hem te schrijven. Wel op de ouderwetse manier naar wat informatie zitten zoeken in de bibliotheek van Meise… dat is toch veel leuker, niet? Veel vind je echter niet terug over deze A. Cleuter, maar bij zijn overlijden in 1996 wijdt de toenmalige directeur van Meise, A. Lawalrée, zowaar 9 pagina’s in het Bulletin Jardin Botanique National de Belgique aan deze meestertekenaar. A. Cleuter wordt op 10 augustus 1901 geboren in Sint-Joost-ten-Node. Hij is enig kind van François Cleuter en Henriette Denys. Zijn vader is handelsvertegenwoordiger en in zijn vrije tijd maakt deze schetsen met inkt en aquarel die hij aan zijn zoon toont. Albert schrijft zich op 10 augustus 1917 in aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten voor ornament tekenen. Nadien, in 1918, volgt hij met succes 4 jaren de studies architectuur en sluit hij zijn studies in 1924 af met een bijkomend diploma in decoratieve compositie. Na zijn studies begint hij als stagiaire bij de architect Adrien Blomme. (1924-1930). Door de economische crisis wordt hij genoodzaakt om diverse jobs aan te nemen: hij repareert radiotoestellen, restaureert kunstvoorwerpen en illustreert voor modemagazines waar hij de realiteit soms wat naar de hand moet zetten. Vroeger werd er dus ook al gefilterd! Eind 1935 komt er in de Nationale Tuin van België een plaats vrij als tekenaar. Albert Cleuter waagt zijn kans en na 3 weken stage is hij verkocht. Dit is wat hij wil worden, botanisch illustrator! In een brief van 18 januari 1936 solliciteert hij voor de job bij de toenmalige directeur, Walter Robyns. Op 1 april mag hij beginnen als voorlopig illustrator, een soort proefperiode. Op 5 december datzelfde jaar wordt hij vast aangenomen. Het begin van een lange carrière… Na 12 jaar dienst vraagt Albert Cleuter opslag. Hij heeft tenslotte bewezen dat hij een getalenteerd tekenaar is. Hij leidt andere tekenaars op en heeft intussen iemand leren kennen waarmee hij in het huwelijksbootje wil stappen, nl. juffrouw. Germana Laureys. Maar zoals algemeen bekend, is het ambtenarensysteem op zijn minst Kafkaiaans te noemen. Zijn opslag vereist een betere klassering van barema IIIB naar IIIG, van voorlopig tekenaar naar botanisch tekenaar, een technisch ambtenaar, gespecialiseerd in wetenschappelijke illustraties. Zijn opslag is helaas niet op één, twee, drie geregeld. Op 10 juni 1948 schrijft Albert een brief naar de directeur met de vraag om opslag te krijgen. De directeur ziet die opslag wel zitten, maar moet eerst een toestemming krijgen van het Ministerie van Landbouw. Op 30 juli 1948 stuurt deze laatste een verzoek naar het ministerie. Na maandenlange ministeriële stilte wordt er op 30 september 1948 een herinnering gestuurd met in de bijlage een 15-tal originele tekeningen van Cleuter. Deze tekeningen dienen als bewijs dat een botanisch illustrator wel degelijk een technisch ambtenaar is en dat niet zomaar iedere tekenaar die taak kan vervullen. Waar men toen niet aan dacht, toen men de originele tekeningen meestuurde, was dat men de tekeningen nodig had voor een publicatie over de flora van Congo. Paniek dus in de botanisch tuin, want in een brief, gedateerd 7 maart 1949, blijkt dat men nog altijd geen goedkeuring van het ministerie gekregen had en ook de tekeningen waren de tekeningen nog altijd niet terug. Op 29 maart krijgt men eindelijk de originelen terug en kan de publicatie doorgaan. Daarna gaan de tekeningen weer richting Ministerie van Landbouw. Uiteindelijk wordt Albert Cleuter eind 1949 toch gepromoveerd tot botanisch illustrator. Albert Cleuter specialiseert zich in Afrikaanse flora van de spermatophyten. Niet enkel in België wordt hij gelauwerd om zijn prachtige illustraties, ook in het buitenland bewondert men zijn tekentechnieken. Hij wordt geïmiteerd door collega tekenaars en zijn illustraties worden gevraagd voor drukwerken. Niet enkel koning Boudewijn was fan, maar ook kenners zoals George H.M. Lawrence, directeur van de “Hunt Botanical Library” (Carnegie-Mellon University, Pittsburgh, Pennsylvania, U.S.A.) vindt zijn illustraties prachtig. Illustraties in inkt en grafiet zijn door G. H.M. Lawrence aangekocht voor de bibliotheek. In 1968-1969 organiseert de Hunt Botanical Library een internationale tentoonstelling met botanische werken. Op kosten van de bibliotheek reist Albert Cleuter naar Pittsburgh voor de opening van de tentoonstelling. Zijn werk wordt uitgeroepen als ‘the best on the show’. In de cataloog van de tentoonstelling schrijft G.H.M. Lawrence het volgende: “The strictly botanical but very realistic illustrations by Albert Cleuter…. Made by the very time-consuming and difficult stipple technique…. Display great accuracy of detail… Most of his published work is of reproductions of his superb pen and ink drawings of botanical specimens, prepared to illustrate scientific papers by staff botanists. His mastery of the stipple technique places him in a small elite corps of scientific illustrators, of whom there are few today who have the time or talent to render so adequately as he does the materials assigned to be illustrated.” Vooraleer Cleuter aan een wetenschappelijke tekening begint, bestudeert hij zijn onderwerp nauwkeurig. In overleg met de botanist, kiest hij het specimen dat de soort het best representeert. Daarna begint een nauwkeurige studie van de plant met behulp van een binoculair en een microscoop. Meermaals moet de botanist zijn visie bijwerken omdat Cleuter ’s observaties nauwkeuriger zijn. Cleuter maakt eerst schetsen op kalkpapier van vergrote details. Daarna maakt hij een compositie op een tekenblad van Bristol Schoellers Hammer n°6G (300g/m²) van 43 x 26 cm. (1) Hij tekent eerst met zwart potlood op het goed tekenblad, waarna hij alles overtrekt in Chinese inkt. Hierbij gebruikt hij de stippeltechniek, een techniek die hij meesterlijk beheerst. In 1983 mag hij zijn manier van werken tonen op de Radio-Télévision Belge de Langue française, in hun serie “Capitale Nature”. Hij onderwijst ook jonge botanische illustratoren, die door buitenlandse instituten worden gezonden. Albert Cleuter heeft zich niet enkel bewezen als een voortreffelijk illustrator, ook als oorlogsheld heeft hij zich tijdens de tweede wereldoorlog bewezen. Hij werkt namelijk voor het verzet en helpt mee om Engelse piloten terug veilig naar hun land te brengen door hen valse identiteitskaarten te maken en hen van radiozenders en -ontvangers te voorzien.
Voor zijn 25 jaar dienst in de tuin van Meise ontvangt hij de burgermedaille eerste klas. Voor zijn verdiensten in het verzet krijgt hij de herdenkingsmedaille 1940, de verzetsmedaille, het oorlogskruis met palmen van 1940. Hij wordt ook geslagen tot ridder van de Leopold II orde. Albert Cleuter is een opmerkelijk man, veeleisend voor zichzelf, een scherpe blik, discreet en wat terughoudend. In zijn werk streeft hij de perfectie na, maar soms wordt het hem toch wat te veel. Getuige hiervan is een klacht van directeur Robyns op 29 april 1953: “Op 28 april 1953, om 12 uur, kom ik de heer Cleuter tegen die op het punt staat te vertrekken. Ik herinner hem eraan dat de dozen met tekeningen nog altijd op dezelfde plaats staan en dat hij ze nog altijd niet heeft gesneden zoals ik nu al 10 dagen geleden gevraagd heb in het bijzijn van de heer Demaret en de heer Crab. De heer Cleuter protesteert en beweert dat hij nog geen tijd gehad heeft om er zich mee bezig te houden, maar dat hij er nota van neemt. Ik antwoord hem dat het een kwestie is van slechts enkele minuten, daar het om een gering aantal gaat. De heer Cleuter maakt zich kwaad, zegt dat hij de kwestie later zal aankaarten met mij, beweert dat ik hem ermee lastigval, pakt zijn spullen in en vertrekt met slaande deur. Ik heb nog juist de kans om hem toe te roepen dat hij zich morgen moet verantwoorden op mijn bureau. Tijdens de namiddag daagt de heer Cleuter niet meer op en ’s anderendaags laat hij ’s morgensvroeg bellen met de boodschap dat hij ziek is.” Dit akkefietje is heerlijk om te lezen omdat het aantoont dat Albert Cleuter , een toegewijde tekenaar uiteindelijk ook maar een mens is die net zoals wij ontploft als de stress te groot wordt. (1) Hetzelfde papier vind je niet meer, maar ik werk graag op Schoellershammer Durex Tekenbloek van 200g/m² voor mijn wetenschappelijke illustraties Bronnen : Bulletin Jardin Botanique National de Belgique, tôme…., pp. …..-….., bibliotheek Meise Persoonlijk dossier A. Cleuter, bibiliotheek Meise Flore des spermatophytes du parc national Albert. - I.-Gymnospermes et choripétales” door Walter Robyns, 1948.
0 Comments
|
Archieven
Februari 2024
Categoriën
Alles
|