auteur: Hilde Orye Met welk thema kan ik best onze nieuwe blog inwijden? Laat ons beginnen met de kunstenaar zelf, want alles start bij hem/haar. Ikzelf ben nu 6 jaar bezig met botanisch tekenen en heb eens nagedacht over welke kwaliteiten je moet beschikken om botanisch tekenaar te worden. Here we go… Liefde voor de natuur: ‘Bwa’, hoor ik je denken, “dat spreekt toch voor zich!” Inderdaad! Maar de interesse van een botanisch tekenaar beperkt zich niet enkel tot de traditionele bloemen die je in een vaas zet, ook het nietigste onkruid of de grassen behoren tot je muzes. En wanneer je tekent merk je dat ook ‘saaie’ planten ingenieuze systemen en een intrinsieke schoonheid hebben.
Nieuwsgierigheid: Een gezonde dosis nieuwsgierigheid helpt je om meer over je planten te weten te komen. Er zijn zoveel dingen die we als gewone leek niet weten. Je kan je hele leven lang nieuwe dingen leren als je planten tekent. Die nieuwsgierigheid komt van pas wanneer je wandelt: Kijk écht naar de natuur rondom je. Wees je bewust van alles wat je ziet. De berm is geen groene vlek, maar een verzameling van kruiden en grassen: peentjeskruid, wikke, brandnetel, distel, ruw beemdgras, grote vossenstaart, leewebek, …. Noem maar op! (tenminste als de gemeente de berm niet gemaaid heeft) Ook wanneer je je plant geplukt hebt, bestudeer je ze best tot in de kleinste details. Ik geef mijn cursisten altijd de goed raad om niet meteen aan het tekenen te slaan, maar eerst rustig de plant langs alle kanten te observeren. Probeer zoveel mogelijk informatie te verzamelen over je onderwerp, zowel door eigen observatie als door het lezen van boeken en artikels. Pas dan leer je je plant echt kennen en kan je ze zo natuurgetrouw mogelijk tekenen. Vakkennis: Dit hangt nauw samen met het vorige kenmerk. Niet enkel vakkennis over planten is belangrijk, maar ook tekentechnieken horen hierbij. Ikzelf heb veel geleerd van het boek: “Drawinglessons from the great masters” ( Robert Beverly Hale) met leerrijke analyses van de tekeningen door oude meesters. Het was een boek dat mijn leerkracht tekenen aan het KASK aanraadde en ik heb het altijd beschouwd als één van de beste boeken over tekentechnieken. Wanneer je tekent moet je niet enkel een goede lijntekening kunnen maken, maar ook schaduwtechnieken horen hierbij. Als student heb ik veel bijgeleerd door het kopiëren van potloodtekeningen van oude meesters. Naast tekentechnieken moet je ook bedreven zijn in aquareltechnieken. Kleurenkennis is bijvoorbeeld essentieel als je botanisch tekent want de kleuren die je gebruikt moeten natuurgetrouw zijn. Daarnaast moet je gebruik maken van verschillende technieken: nat-in-nat en droogtechnieken. Soms vertellen de cursisten mij dat ze ontmoedigd waren door de reacties van hun huisgenoten wanneer ze trots hun tekeningen toonden na de eerste les. Vaak kregen ze de opmerking ‘Is dat alles wat je vandaag gedaan hebt?’ Maar het probleem ligt zeker niet bij de cursist. De huisgenoten zien enkel het resultaat, niet het proces dat de cursist doorloopt. Ze zien niet dat de cursist bezig geweest is met het opbouwen van vakkennis. Dit merken ze pas als de workshop afgelopen is. Pietje precies: Vroeger (en nu nog) waren (en zijn) botanische tekeningen een grote hulp voor plantkundigen. Je tekening moet accuraat zijn en tot in de kleinste details kloppen. Plantkundigen en tekenaars werken nauw samen. De tekenaar leert wat de specifieke kenmerken zijn van de plant, maar andersom gebeurt het soms dat een opmerkzaam tekenaar kenmerken noteert die de wetenschapper nog niet was opgevallen. Daarom is het observeren van je plant van enorm belang vooraleer je aan je tekening begint: Je kijkt letterlijk naar alles: de stengel, de vasthechting van de bladeren, de vorm van de bladeren, bladrand, bladtip, nervatuur, groeiwijze, vorm van de bloem, voortplantingsorganen,…. Pas wanneer je het gevoel hebt dat je je plant door en door kent, kan je aan je tekening beginnen. Geduld en toewijding: Ik neem deze twee samen omdat het éne niet zonder het andere kan. “Geduld is een schone deugd” en zéker voor botanisch tekenen! Een beginnend tekenaar moet op de eerste plaats geduldig zijn techniek opbouwen, want je wordt geen botanisch tekenaar van vandaag op morgen. Het vergt passie en toewijding. Workshops zijn een goede manier om technieken aan te leren en bij te schaven, maar het echte werk moet thuis gebeuren. Ik merk dat cursisten die er door gebeten zijn en er thuis ook mee bezig zijn veel sneller vooruit gaan. Dit is weer een ding dat voor zichzelf spreekt, maar heel veel mensen vergeten het. Ook het tekenen zelf vergt geduld. Het is een vorm van slow drawing en hoe gedetailleerder je te werk gaat, hoe meer tijd erin kruipt. In een uitgewerkte aquarel steekt er toch al vlug 30 uren (en langer) werk. Een hele boterham, die kwaliteiten! Maar laat je daardoor niet afschrikken. Het allerbelangrijkste is dat botanische tekenaars gewoon lieve, gezellige mensen zijn die met één been in de natuur staan en met het andere aan de tekentafel zitten: The best of both worlds!
0 Comments
|
Archieven
Februari 2024
Categoriën
Alles
|