Vereniging van Botanische Kunstenaars België
  • Home
  • Activiteiten
  • workshops
  • wereldwijd
  • Werkende leden
  • Blog
  • Lidmaatschap
  • Contact
  • Mijn Account
  • Veldstudie Paelsteenpanne
  • Bezoek Abdij van Postel
  • Bezoek aan Leiden - 24 maart 2022
  • Bezoek aan Antwerpen - 23 april 2022
  • Kalender
  • Digitale Bibliotheek
  • Plantenweetjes
  • Uitstap Antwerpen
  • Botanicals Color Theory Talk - Jackie Isard
  • Botanische Taferelen

Het amoureuze leven van planten -    deel 2

8/27/2021

0 Comments

 
auteur:  Hilde Orye
Bloemetjes en bijtjes… Iedereen denkt er automatisch aan wanneer we het over bestuiving hebben, maar een aapachtige van bijna een meter groot die de taak van bestuiver op zich neemt? Dat is toch onzin. Of niet....
Laat ons beginnen met wat kleinere ongewone bestuivers, zoals bijvoorbeeld slakken.
Malacogamie of bestuiving door slakken is een zeldzaam fenomeen. Het blijkt vooral te gebeuren bij planten die over de grond kruipen of dicht bij de grond groeien en waarvan de bloemstructuur zo gebouwd is dat stamper en meeldraden helemaal niet of niet ver boven de kroonblaadjes uitsteken. Tot nu toe worden er maar enkele soorten planten in verband gebracht met malacogamie: Rohdea japonica (Japanse heilige lelie), Philodendron pinnatifidum, Calla palustris, Lemna minor (klein kroos), Chrysoplenium alternifolium (verspreidbladig goudveil), Phragmipedium caudatum en Volvulopsis nummularium, maar uit onderzoek komt niet éénduidig naar voren dat de slak een belangrijke bestuiver is. Dikwijls wordt bestuiving door slakken eerder als toeval beschouwd. (1)

FotoChrysoplenium alternifolium (goudveil) met zaad, bron: Wikipedia
​Neem nu bijvoorbeeld het verspreidbladig goudveil (Chrysoplenium alternifolium). Het is een bescheiden onopvallend onkruid uit de steenbreekfamilie (1), dat op vochtige, beschaduwde grond nabij de oevers van beken groeit. Het bloeit van april tot juni. In Nederland en Vlaanderen is het vrij zeldzaam, in Wallonië is het wat algemener.
Volgens sommige bronnen worden ze bestoven door naaktslakken. (2) Andere bronnen spreken dit tegen en beweren dat kleine vliegjes de bestuivers zijn. (3) Wist je trouwens dat verspreidbladig goudveil een originele manier heeft om zijn zaadjes te verspreiden? De zaadjes rijpen in een doosvrucht, maar wanneer ze rijp zijn, splijt de doosvrucht aan de top open en liggen de zaadjes als het ware in een groen, vochtig kommetje. Bij regenweer vallen de druppels op de ‘kommetjes’ die op en neer gaan wippen waardoor de zaadjes als het ware uit hun kommetje gekatapulteerd worden. Dergelijke vrucht wordt ook spettervrucht genoemd. (4)

Foto
Calla palustris, bron: Wikimedia
FotoHuisjesslak Lamellaxis gracile op Volvulopsis nummularium, bron (6)


​​De Calla pallustris of slangenwortel is inheems in Europa, Noord-Amerika en Azië. Het groeit in moerassen, natte weiden, natte bosgronden en naast beekjes. De bloemen van de slangenwortel zouden bevrucht worden door erover kruipende waterslakken. Volgens een studie uit 2007 blijkt dat de bloem inderdaad bezocht wordt door slakken, maar niet zo frequent dat we hieruit kunnen afleiden dat zij daadwerkelijk de bevruchters zijn. Volgens de studie is de bloem voornamelijk een zelfbevruchter. (5)
​
Meer zekerheid is er wat betreft de Volvulopsis nummularium. Oorspronkelijk komt het voor in de tropische gebieden van Amerika, maar het heeft ook een habitat gevonden in Indië. De bij Apis cerana indica en de huisjesslak Lamellaxis gracile zijn de bestuivers van dit plantje. Wanneer het regent en de bijen liever binnenblijven, dan zijn slakken de enige bestuivers die actief zijn zonder dat ze de bloem schade aanbrengen. (6)

Fotovleermuis bedekt met stuifmeel
Laten we de slakken voor wat ze zijn en laten we eens een ander beestje onder de loep nemen dat we ook niet zo genegen zijn, de vleermuis…

​Niet alle vleermuizen leven van insecten, er zijn soorten die enkel op fruit en nectar leven. Wereldwijd zijn er een 500 tal plantensoorten uit 67 plantenfamilies die voor hun bestuiving ook op vleermuizen kunnen rekenen. De term voor bestuiving door vleermuizen is cheriopterogamie. Tijdens het drinken van de nectar komt de vleermuis onder de pollen te zitten die hij dan draagt naar de andere bloemen in de buurt. Insectenetende vleermuizen lokaliseren hun prooi door echolocatie. De nectar etende vleermuizen doen eigenlijk hetzelfde. Planten die door hen worden bestoven hebben zich dikwijls aangepast: Meestal hebben de bloemen een klok- of een concave vorm die de geluiden van de vleermuizen efficiënt opvangen en versterken. Ook de geur speelt een belangrijke rol. Meestal zien de bloemen er heel aanlokkelijk uit, maar kom je dichterbij dan ruik je een rottend of zwavelachtig parfum, een geur waardoor de vleermuizen wel worden aangetrokken. Planten kunnen zelfs stoffen produceren die van geen belang zijn voor de plant zelf, maar wel voor de vleermuis. Het stuifmeel bevat niet enkel proteïnen, maar ook twee aminozuren, thyroxine en proline. Thyroxine is essentieel voor de melkproductie terwijl proline bijdraagt aan sterke vleugel- en staartmembranen. 
Ook vleermuizen passen zich aan. Beeld je jezelf eens in met een tong die anderhalf keer je lichaamslengte is.

 Tja…. Niet zo handig en bovendien zou het ook geen zicht zijn. De Anoura fistulata daarentegen is er wel gelukkig mee. Dit vleermuisje (want het is maar een kleine pruts van 3,5 tot 4 cm groot) heeft een tong van gemiddeld 8,5 cm. Daarmee drinkt hij gretig van de nectar die zich in de klokachtige Centropogon nigricans bevindt. Na de maaltijd bergt hij zijn tong netjes weg in een holte op zijn borstkas, tussen het hart en het borstbeen. (7)​
Foto
Foto
Annoura fistulata drinkt nectar van de Centropogon nigricans
​Vleermuizen zijn in de regel niet de meest geliefde beestjes, maar wist je dat er zonder vleermuizen geen tequila zou zijn? De blauwe agave (Agave tequiliana Weber) is volledig afhankelijk van bestuiving door vleermuizen of liever gezegd “was”. De plant wordt tegenwoordig geoogst voordat ze in bloei komt. Voortplanting gebeurt nu heel vaak door het klonen van de plant en dit is niet enkel slecht nieuws voor de vleermuis die veel minder voedsel vindt, maar ook voor de boer zelf. Op sommige boerderijen kan je zelfs alle agaves terugbrengen naar een handvol gekloonde exemplaren. Hierdoor krijg je enorm verzwakte en zieke planten, in sommige regio’s zelfs één derde van de planten. Dit kan men gemakkelijk vermijden door een aantal planten op een natuurlijke manier te laten bloeien en bevruchten. (8 - 10)
Foto
Agave americana, Bron: Wikimedia
​Ook bananen zijn afhankelijk van vleermuizen. Niet de bananen waarvan de bloemen naar omhoog groeien (die worden bestoven door vogels), maar wel de bananen waarvan de bloemen naar beneden groeien. Eigenlijk de bananen die wij consumeren. De vleermuizen bestuiven de bloemen, maar verspreiden ook de zaden van wilde bananen. Nu hoor ik je al zeggen: “Bananen hebben toch geen zaden??” Inderdaad, de eetbare bananen hebben al eeuwenlang geen zaadjes meer en worden vermeerderd door het nemen van stekken van de moederplant. Vleermuizen zijn dus niet meer nodig zou je op het eerste gezicht denken, maar is dit wel zo? De samenwerking tussen banaan en vleermuis ontstond eeuwen geleden. Door natuurlijke kruisbestuiving door vleermuizen van wilde soorten konden nieuwe variëteiten ontstaan, o.a. bananensoorten zonder zaad zoals de Musa acuminata. Deze zaadloze variëteiten werden bijna altijd gekloond. Het gevolg is dat gekloonde bananensoorten heel ontvankelijk werden voor ziektes. Wetenschappers maken zich zorgen over het afnemend aantal vleerhonden en wilde bananensoorten juist omdat ziektes en schimmels een ravage aanrichten bij de gedomesticeerde soorten. Om morgen nog een banana split te kunnen eten, is het belangrijk om het bestand vleermuizen op peil te houden. (11)
​Nu we het toch over vliegende beestjes hebben, moeten we ook even bestuiving door vogels (orhnithogamie) vermelden. Ornithofiele planten komen vooral voor in de (sub-)tropen, Zuid-Afrika en enkele eilandengroepen en hebben zich decennialang aangepast aan hun speciale bestuiver. Velen hebben een trechtervorm zodat een grote hoeveelheid nectar zich op de bodem kan verzamelen. Om schade door de lange snavel te voorkomen, is het vruchtbeginsel van de bloem aangepast of afgeschermd. De meeldraden zijn zo geschikt zodat de vogel altijd wel stuifmeel meeneemt na zijn maaltijd. De bloemen zijn meestal geurloos, maar de kleur speelt wel een belangrijke rol. Veel bloemen die door vogels bestoven worden zijn rood gekleurd. Vogels zijn tetrachromaten. Ze hebben 4 soorten lichtreceptoren waardoor ze gevoelig zijn voor UV-licht. Ze detecteren dus zowel blauwe als rode kleuren even gemakkelijk. Dus waarom hebben ze dan een voorkeur voor rode bloemen?  Possingham’s model (1992) geeft hiervoor een goede verklaring. Stel je hebt een strook blauwe bloemen en een strook met rode bloemen. Beide stroken hebben bloemen die gelijkaardig in grootte zijn, maar ook een gelijke hoeveelheid nectar aanmaken. Doordat bijen vlugger blauwe bloemen tegen een groene achtergrond detecteren, zullen ze geneigd zijn om naar de blauwe bloemen te gaan voor nectar. Vogels hebben geen moeite om zowel blauwe als rode bloemen te vinden tegen de groene achtergrond van het loof, maar de blauwe bloemen worden voor vogels minder interessant doordat de bijen al een deel van de nectar hebben geconsumeerd. Vogels leren dat de beloning groter is in de rode bloemen. Ze zullen dus meer geneigd zijn om naar de rode bloemen te gaan en wij maken de associatie rode bloemen – vogels. (12)
FotoAxinaea (Melatomataceae) - NHBS - Elvira Cotton- finn Borchsenius- Henrik Balslev- Royal Danish Academy of Sciences
​Sommige bloemen openen de toegang tot de nectar pas door beweging van de vogel zoals bijvoorbeeld enkele Banksia soorten in Australië. Dit doen ze om spaarzaam om te gaan met hun stuifmeel. Sommige aanpassingen zijn echter nog genialer. Neem bijvoorbeeld de Axinaea planten die in de Amerikaanse tropen voorkomen. De meeldraden zijn geëvolueerd naar een meeldraad met een helmknop in de vorm van een bolvormig peertje. De helmknop is uiterst voedzaam en vogels zijn er verlekkerd op. Maar wanneer de vogel aan zo een bolletje trekt, ontsnapt er samengeperste lucht uit de meeldraad.
​De lucht wordt door de holle helmknop gestuwd en de ontsnappende lucht neemt een wolk stuifmeelpollen mee naar buiten. De vogel krijgt dit tegen zijn kopje geblazen maar vindt het helemaal niet erg. Het is een win-win situatie: de vogel vliegt weg met een smakelijk hapje, maar ook met het stuifmeel. (13)

Foto
bolvormige meeldraden van de Axinaea bloem Current biology, Dellinger et al.
FotoCalceolaria uniflora, Scrophulariaceae, Patagonia Chili, Argentina, Zuid-Amerika Bron: wikimedia
​De Calceolaria uniflora is een wat alien uitziende bloem uit de Helmkruidfamilie afkomstig uit Peru. De onderlip heeft een vleesachtige uitstulping dat rijk aan suiker is. De Patagonische kwartelsnip (Thinocorus rumicivorus) is er tuk op. Wanneer de vogel lekker smult, stoot hij daarbij zijn hoofd tegen de bovenkant waar de stuifmeelpakketjes zitten. Deze pakketjes lossen en reizen mee op het hoofd van de vogel naar een andere bloem. 

Foto
Patagonische kwartelsnip, Bron: wikimedia
​De Babiana ringens (letterlijk vertaald uit het engels: Staart van de rat) is een plant die oorspronkelijk in de provincie Kaap (Zuid-Afrika) voorkomt. De plant is genoemd naar de lange bloemloze stengel waarop de Emerald honingzuiger rust wanneer hij de nectar uit de bloemen drinkt. De bloemen staan laag bij de grond. De vogel moet dus naar beneden reiken en hierdoor strijkt zijn borstkast tegen de meeldraden. (14) Onlangs blijkt uit observaties van plantkundigen dat de bloemloze stengel korter wordt of zelfs bloemen krijgt. Plantkundigen zijn er nog niet uit of de Emerald honingzuiger kieskeuriger geworden is of dat er door ingrepen van de mens minder vogels zijn. 
Foto
Emerald honingzuiger op Babiana ringens, Biodiversity explorer
​Er zijn nog verschillende zoogdieren die dienstdoen als bestuiver. De olifant spitsmuis in Zuid-Afrika is een frequente bezoeker van de Cytinus visseri uit de Rafflesia familie. Deze plant is een parasiet die zijn rode bloemen verbergt onder de struiken waarvan het voedsel steelt. De spitsmuis wordt aangetrokken door de geur van de bloemen, smult van het lekkers dat de bloem te bieden heeft, maar neemt de pollen ook mee naar andere bloemen in de buurt. Ook de gestreepte veldmuis en Afrikaanse dwergmuis zijn frequente bezoekers van de Cytinus visseri.
Foto
Cytinus visseri
Foto
Olifant spitsmuis en Cytinus visseri
​En geloof het of niet, de grootste bestuiver moeten we zoeken in Madagascar, thuisland van de Reizigersboom (Ravenala madagascariensis). De boom is niet echt een boom, maar familie van de Strelitzia. Zijn bladeren staan in een waaiervorm die oost-west georiënteerd staat. Vandaar de naam reizigersboom. De grote witte bloemen trekken de vari of bonte maki aan, een zwart-witte lemuur die wel tot 1 m groot kan worden. Met zijn lange snoet duikt hij in de bloemen om er de nectar op te drinken. Met het stuifmeel dat in op zijn snoet blijft hangen bevrucht hij de volgende bloemen die hij bezoekt. En dit is geen broodje-aapverhaal.
Foto
bonte maki-Varecia-variegata-bestuiver van Ravenala-madagascariensis

​​Telkens is het fascinerend om te ontdekken hoe plant en dier op elkaar zijn afgestemd. Bloemen die stuifmeel als het ware katapulteren naar de bezoeker, bloemen die stiekem pakketjes stuifmeel vasthechten, bloemen die hun bestuiver een nacht lang opsluiten, De wereld zit echt ingenieus in elkaar en er zijn nog veel bijzondere verhalen te vertellen… 
Bronnen:
(1)          Pollination Biology: Biodiversity Conservation and Agricultural Production, Door Dharam P. Abrol p. 290
(2)          Garjeanne PDF
(3)          http://www.eifelnatur.de/Niederl%E4ndisch/Seiten/Goudveil.html
(4)          Flora van Nederland
(5) https://www.researchgate.net/publication/315836893_Note_on_the_pollination_of_Calla_palustris_L_Araceae
(6)    Snail-pollination in Volvulopsis nummularium, Khoisnam Sarma, Rajesh Tandon, K. R. Shivanna and H. Y. Mohan Ram, Current Science Vol. 93, No. 6 (25 September 2007), pp. 826-831 (6 pages) Published By: Current Science Association https://www.jstor.org/stable/24099128
(7)          https://botanyphoto.botanicalgarden.ubc.ca/2008/08/centropogon_nigricans/
(8)          Brittanica – Bat loving flowers
(9)          Plant love – the Scandalous Truth about the Sex life of Plants – Michael Allaby
(10)        https://www.bats.org.uk/about-bats/why-bats-matter/bats-as-pollinators
(11)        https://www.batcon.org/article/bats-and-disappearing-wild-bananas/
(12)        https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC521733/
(13)        https://youtu.be/uHshthpi2dw
Plant love, the scandalous Truth about the sex life of plants, Michael Alleby
(14)        https://youtu.be/0g2XDm1t12g
 
Enkele interessante links:
 Bats are power pollinators
Merlin Tuttle’s Bat conservation – The importance of bats
0 Comments

    Archieven

    Februari 2023
    April 2022
    Augustus 2021
    April 2021
    Februari 2021
    September 2020
    Mei 2020
    April 2020
    Maart 2020
    Februari 2020

    Categoriën

    Alles
    Bestuiving
    Botanische Tekenaar
    Botanische Werken
    Botanisch Tekenaar
    Botanisch Tekenen
    Elisa Klopfenstein
    Gentbrugge
    Geschiedenis
    Hélène Durand
    Het Wortelgestel
    Pigmenten
    Plantkunde
    Redouté
    Rembert Dodoens
    Van Houtte
    Verlichteriekunde
    Wurzelatlas

    RSS-feed

Proudly powered by Weebly
  • Home
  • Activiteiten
  • workshops
  • wereldwijd
  • Werkende leden
  • Blog
  • Lidmaatschap
  • Contact
  • Mijn Account
  • Veldstudie Paelsteenpanne
  • Bezoek Abdij van Postel
  • Bezoek aan Leiden - 24 maart 2022
  • Bezoek aan Antwerpen - 23 april 2022
  • Kalender
  • Digitale Bibliotheek
  • Plantenweetjes
  • Uitstap Antwerpen
  • Botanicals Color Theory Talk - Jackie Isard
  • Botanische Taferelen